voetstappen echode verrassend hard door de gangen van een van de vele villa's van de adellijke familie, zijn gangen zo goed als leeg op zogenaamde 'artistieke wonderen' na en zo nu en dan een van de bedienden en andere personeelsleden. Een van die paar personeelsleden was, tot zijn eigen verbazing, Andreas. Hij had bij zijn lokale contact wel gezegd dat het hem niet uit maakte waar hij kwam te werken als het maar geld op leverde, maar dit ging hem toch wel vrij ver, al wist hij dat het maar tijdelijk was. Andreas was alles behalve op zijn gemak, ten eerst al door het uniform wat hij verplicht was om te dragen en wat niet lekker zat, maar eigenlijk nog veel erger doordat hij technisch gezien op vijandig gebied was. Dan was er eigenlijk op Semarin al geen plek voor hem die niet echt vijandig was, maar dit duwde het wel tot de extreme grenzen aan. Voor nu kon hij er in elk geval op aan dat weinig mensen hem zouden herkennen, laat staan voor wie en wat hij echt was, dus hij hoefde alleen zichzelf kalm te houden, zijn oren open te houden en zich te concentreren op het werk voor zich; nu dus het verzoek inwilligen om de huidige gast van de adel in de villa te dienen, een vage taakomschrijving eigenlijk, maar het was nu eenmaal voorlopig zijn baan tot hij weer genoeg geld zou hebben om zich onafhankelijk te houden voor een tijdje, wat betekende dat hij nieuwe uitrusting moest kopen. Andreas zuchtte en liep verder door de lege gangen naar het gastenverblijf. De stilte enkel verbroken door de schijnbaar overdreven harde echo van zijn voetstappen als zijn enige metgezellen tot hij de gast tegen zou komen die hij moest dienen. Een paar momenten vroeg hij zich nog af wie en wat de gast zou kunnen zijn voor hij eindelijk bij de deur aan kwam en zich aan kondigde door op de deur te kloppen en te wachten op antwoord. Even haalde Andreas nog diep adem, onzeker over wat te verwachten, maar vastberaden om in elk geval overtuigend over te komen als de lakei als welke hij was ingehuurd.